Siberische kat

DE SIBERISCHE KAT


Algemeen voorkomen.


De Siberische Kat is een middelgrote tot grote kat, die een krachtige uitstraling moet hebben. Alles aan ze lijkt rond of afgerond te zijn. Dit geeft ze een vriendelijk uiterlijk. Ze zijn halflangharig met een overdadige vacht in de winter en een bijna kortharige vacht in de zomer. Ze hebben een zware bottenstructuur. Ze zijn sterk, klimmen graag en jagen over het algemeen uitstekend.


Kop.


De Siberische Kat lijkt in verhouding een grote kop te hebben. Het gezicht van neus tot tussen de oren is ongeveer net zo lang als de schedel breed is. Van bovenaf zou je de kop in een stompe driehoekkunnen zien, maar dat is niet een volledig correcte omschrijving, omdat de jukbeenderen zwaar zijn aangezet, en daardoor wat buiten de driehoek kunnen uitsteken en de snuit een afgeronde vorm heeft, waardoor de driehoek geen punt heeft. De kat mag geen “pinch” hebben, maar de lijn vanaf de neus via de jukbeenderen naar de zijkant van de kop is een golvende S-lijn. Het snorhaarkussen moet matig geprononceerd zijn. De jukbeenderen, het snorhaarkussen en de kin vormen een zachte, afgeronde lijn. De neus is van de aanzet tot aan de neusspiegel overal even breed, de neusrug is licht naar binnen gewelfd


Van de zijkant zie je dat de Siberische Kat een duidelijke overgang heeft van de neusrug naar de afgeronde schedel, maar geen stop, zoals de Pers. Ook de lijn van neus via kin naar hals is zo’n golvende lijn. De kin is echter niet zwak of wijkend, maar volgt wel in die rondingen.


Daar er momenteel veel verschillende types zijn, benoemen we de fouten volgens de rasbeschrijving hier ook bij.


Fout.

  • recht profiel;
  • gelijkenis met de kop van de Pers;
  • een stop (break) zoals bij de Pers;
  • een spitse driehoeksvorm van de kop;
  • ontbreken van de wangen;
  • wijkende, te zwakke kin;
  • vierkant uitziende snuit;


Ogen.


De oogkleur mag groen, geel, oranje zijn, maar er mogen niet meerdere kleuren voorkomen in een oog. De voorkeur gaat uit naar groene ogen. De Siberische Colourpoint heeft altijd blauwe ogen. Men ziet bij deze kleurvariant het liefst zo diep mogelijk blauw. De vorm van de ogen is afgerond (niet rond). Ze staan ietwat schuin in de schedel en zijn relatief groot, met de bovenrand iets vlakker en de onderrand ronder. De ogen staan minimaal een oogbreedte uit elkaar. In Amerika worden de Siberen met grotere ogen gefokt dan in Europa en Rusland.


Oren.


De oren zijn middelgroot met haarpluimpjes uit de oren. Graag worden ook lynxpluimpjes op de oorpunten gezien. De oren hebben op zich geen spitse punt, maar de lynxpluimpjes kunnen die indruk wekken. Ze staan minimaal een oorbreedte uit elkaar. Te grote of te kleine oren zullen op een show minpunten opleveren of zelfs tot diskwalificatie leiden.


Nek.


relatief kort en krachtig.


Lichaam.


het lijf van de Siberische Kat is compact en maakt met de poten een rechthoek die langer is dan hoog. Een Sibeer heeft heel typisch een wat rondere ribbenkast dan de meeste kattenrassen, zonder tonvormig te zijn. De rug is gespierd. De heupen staan net zo hoog als de schouders.


Poten.


stevig en krachtig, ze geven blijk van een grove bottenstructuur.


Voeten.


in verhouding tot de poten, rond, met haarpluimpjes tussen de tenen, die bij voorkeur zowel naar voren als naar achteren uitsteken. Dit worden sneeuwschoenen genoemd en de haren mogen niet worden weggeknipt voor de show. Sterke en tamelijk lange klauwen.


Staart.


De staart is aan de basis breed en loopt enigszins taps in een afgeronde punt toe, zonder dun te worden. De lengte is goed als het laatste kootje van de staart, langs het lijf naar het schouderblad toe gevoerd, de punt van het schouderblad raakt. Leg nooit de staart van een kat over zijn rug tussen de schouderbladen, dit kan een breuk of ernstige kneuzing veroorzaken! Een te lange of te korte staart kan tot diskwalificatie leiden op een show. De staart is zwaar behaard, de dekharen mogen echter niet langer zijn dan de ondervacht. De staart mag geen knik of onregelmatigheden vertonen!


Vacht.


halflangharig met een driedubbele vacht: een gladde bovenvacht waarvan de afzonderlijke haren echter wat stug kunnen aanvoelen en die stuk voor stuk met een olielaagje omgeven zijn, met een dubbele, wollige ondervacht, die in de zomer bijna niet aanwezig kan en in de winter overdadig moet zijn. De dekharen van de bovenvacht mogen niet langer zijn dan de wollige haren van de ondervacht. De vacht is als geheel waterafstotend. De Siberische Kat heeft, net als de andere boskatrassen, een kraag en bef, lange haren aan de buik, een volle pluimstaart en een “broek”, waarbij de poten vanaf de hakken naar de voeten toe korter behaard zijn. Verder zijn haren uit de oren en tussen de tenen verplicht en haren op de oorpunten (lynxpluimen) gewenst.


Kleur.


Zoals boven omschreven worden alle kleuren die de “boerenkat” heeft, toegestaan, behalve chocolat/lilac en cinnamon/fawn. Deze kleuren en duiden op inkruisen van andere rassen, en dat wordt bij de Siberische kat niet toegestaan.


In principe duidt ook de kleur “golden” op inkruising van een ander ras, in dit geval de Pers of een afstammeling van een Pers met die kleur, hoewel de wens om golden tabby te fokken misschien meer met de benaming van de kleur te maken heeft dan de werkelijke inkruising van een ander ras…...


De Siberische Kat is een ras waar nog geen genetische ziekten bij bekend zijn. Door inkruising met andere rassen, waar genetische problemen in zitten, kan het makkelijk gebeuren dat er afwijkingen ingefokt worden. Dit is zeer onwenselijk! Wat betreft de colourpoint factor: die zit wel al eeuwen in het ras. Zoals boven aangegeven bestaat er een afbeelding van een colourpoint kat die sterk lijkt op een Siberische Kat. Deze is in Rusland gemaakt van een kat die daar leefde. We kunnen ervan uitgaan dat dit een bijzondere kat was, want meestal worden uitzonderingen of speciale gevallen geportretteerd, maar desalniettemin duidt deze plaat erop dat ze er toen al waren. Het is niet zelden dat een volledig gekleurde moeder met een volledig gekleurde vader samen een of meerdere pointkittens voortbrengen. Er zijn verenigingen die de Colourpoint Sibeer niet accepteren omdat een “boskat geen pointkleur mag hebben”, maar feit is dat een aantal Colourpoint Siberen, die aan de rivier de Neva in de buurt van St. Petersburg zijn gevonden in het wild, een grote bijdrage hebben geleverd aan de opbouw van het ras, en dat deze kleurslag al eeuwen wordt gevonden bij de Siberische Kat. De fokkers uit St. Petersburg hebben hun Colourpoint Siberen liefkozend Neva Masquarade (maskerkat van de Neva) genoemd, om de kleurslag aan te geven, niet omdat het een ander ras zou zijn. Een Colourpoint Sibeer kan na verloop van tijd donkerder nakleuren op het lijf. Dit is toegestaan, en ook het hebben van donkerdere vlekken op het lijf of het tonen van tabby tekening, hoewel niet echt wenselijk, mag niet gestraft worden door aftrek van punten. De vacht van een zwart tabby Sibeer heeft over het algemeen de meest ideale structuur. Zilver, non-agouti, verdunning (blauw en crème) en de pointfactor kunnen de vacht zachter maken, terwijl rode katten last kunnen hebben van een ietwat te droge vacht.


Aard.


Siberische Katten zijn erg bij hun mensen betrokken. Ze maken graag deel uit van het huiselijk leven en bemoeien zich met van alles en nog wat. Ze zijn in huis meestal wel rustig, maar hebben allemaal wel eens de “gekke 5 minuten” en kunnen dan behoorlijk tekeer gaan. Het zijn zware en sterke katten met veel haar, dus zet geen breekbare spulletjes in hun pad. Niet elke Sibeer zal een schootkat zijn, maar de meeste komen knuffels halen en met je spelen als hun muts die kant opstaat. Een apporterende Siberische Kat is geen uitzondering. Verder zijn het slimme katten, die een probleem op hun wijze zullen oplossen, en precies weten hoe ze hun zin bij mensen kunnen krijgen! Het ras op zich is oud en heel jong. Veel katten hebben nog erg korte lijnen, die binnen een klein aantal generaties direct op straatkatten, boerderijkatten of zelfs katten recht uit de natuur terug te voeren zijn, en dit is soms nog te merken aan het temperament van de katten. De meeste jagen graag en goed, en willen maar al te graag op avontuur uit. Tegelijkertijd kunnen ze heel vertrouwelijk met vreemden omgaan, waardoor het best kan gebeuren dat een loslopende Sibeer door iemand wordt meegenomen. Op zich is een Siberische Kat trouw aan zijn eigenaars als hij ze mag, maar ook nieuwsgierig naar het onbekende. Deze combinatie kan een kat in onwenselijke situaties brengen. Het beste is dus om ze in een afgeschermde tuin of in een grote ren naar buiten te laten. Of om ze helemaal niet naar buiten te laten. Een Siberische Kat kan als binnenkat 100% gelukkig zijn, als hij maar voldoende ruimte en mogelijkheden heeft om zijn energie kwijt te raken. Een stevige krabpaal, voldoende speeltjes en een kameraadje zijn daarbij onontbeerlijk. Ook een hond, schaap, paard… wordt vrolijk in de vriendenkring opgenomen.


Veel Siberische Katten zijn uitstekende moeders, die ook over kittens van andere poezen meemoederen. Of vaderen… Kijk er niet van op als ze vreemde jongen onder hun hoede nemen en ze furieus beschermen tegen alles wat ze als een bedreiging zien.